Na een lange winter en een pittig programma bracht het DSO in het weekend van 22 en 23 april haar voorjaarsconcerten ten gehore voor twee goedgevulde kerken in Delft en Den Haag. Na een intro van koperblazers en slagwerk zette het orkest er flink de pas in met de Marche Hongroise van de Franse componist Hector Berlioz.
Daarna: enkele delen van Het Zwanenmeer van Tsjaikovski. De Danses des Cygnes (Op. 20a, II) – door dirigent Kian Pin Hiu geliefkoosd ‘vier zwaantjes’ genoemd – en het verstilde Pas d'action (Op. 20a, IV) met een adembenemende harpsolo die het toneel vrijmaakte voor de ontroerende vioolsolo van onze concertmeester Inge Laurijssens en cellosolo van Nora Verburgt.
Na de pauze was het tijd voor het echte werk: de Symphonie Fantastique waarin componist Berlioz aan de opium gaat. Muziek die dirigent Kian Pin Hiu na aan het hart ligt en waar menig orkestlid zich deze winter de tanden op stuk gebeten heeft. Toch was het publiek over de uitvoering te spreken. Er was genoeg te beleven: de luisteraar wordt voortdurend heen en weer geslingerd door het romantische leidmotief van de begeerde Ierse actrice en de steeds grilliger wordende trip van Berlioz, eindigend in een ware ‘Hexentanz’ met een sinister klokkenspel bij heldere maan.